Knijten zijn kleine muggen die één tot twee millimeter groot worden. Ze worden niet altijd opgemerkt, maar kunnen lokaal voor heel wat overlast zorgen als er aan bepaalde omstandigheden is voldaan. Knijten maken weliswaar deel uit van het ecosysteem en zijn op zich geen probleem, maar kunnen bij een plotse toename van de aantallen lokaal voor overlast zorgen.

Op de Briel is er met scheldoevers alvast aan de specifieke omstandigheden voldaan, waardoor de aantallen van jaar tot jaar bijna exponentieel lijkten toe te nemen. De overlast voor onze dorpsgenoten op de Briel is dan ook navenant. Op een warme zomeravond gezellig eens samen in de tuin zitten, wordt nagenoeg onmogelijk gemaakt door een ware knijtenplaag in de deelgemeente.

Om de hinder tegen te gaan, neemt de Vlaamse overheid een aantal inrichtingsmaatregelen, zoals bijvoorbeeld het creëren van de meest geschikte hoogteligging en morfologie in het overstromingsgebied, het voorzien in voldoende ruime afwateringsgeulen, het voorzien in rietaanplantingen, het plaatsen van groenschermen en dergelijke meer. Ook het bevorderen van het aantal natuurlijk vijanden kan hierbij zijn plaats hebben.

Het aanpakken van knijtenoverlast vraagt weliswaar enige vorm van maatwerk, maar desalniettemin vernam het Vlaams Belang van het College van Burgemeester en Schepenen graag het volgende:

1. Welke specifieke aanpak zal worden gehanteerd om de overlast ten gevolgde van de knijtenplaag op de Briel zoveel mogelijk in te perken?
2. Zullen er kleine en/of grote knijtenvallen worden ingezet?
3. Wordt er in deze overleg gepleegd met hogere instanties en wat is desgevallend het resultaat daarvan?
4. Zal de gemeente ook inzetten op het verspreiden van preventieve informatie aan de bewoners met betrekking tot de knijtenplaag, zoals bijvoorbeeld het effect van luchtstromen, insectenlampen, appelazijn, geuraroma’s en dergelijke meer?